Natuurbescherming – MMG Advies helpt de provincies17 november 2017
Noordse woelmuis, één van de icoonsoorten in de provincie Utrecht (foto Jelger Herder)
Op 1 januari van dit jaar is de Wet natuurbescherming in werking getreden, als vervanger van drie wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. De provincies voeren de Wet natuurbescherming uit.
De provincies bepalen wat wel en niet mag met de natuur. Verder geven ze informatie. Verstrekken ze vrijstellingen en ontheffingen. En de provincies zorgen dat toezicht en handhaving goed geregeld zijn, zodat de regels worden nageleefd. Daarbij werken zij samen met veel andere organisaties. Voorbeelden daarvan zijn de eigen omgevingsdienst, terreinbeheerders (denk aan Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten) en landgoedeigenaren. Maar ook gemeenten, waterschappen en de politie zijn partners.
Enkele taken in de Wet natuurbescherming op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn nieuw voor de provincies. Daarom heeft het Interprovinciaal Overleg MMG Advies ingeschakeld. Om de provincies te helpen bij het inzichtelijk maken van de nieuwe taken, als basis voor het kunnen afstemmen van de uitvoering ervan. Het Planbureau voor de Leefomgeving stelde kort geleden vast, dat de provincies een boost geven aan de natuur. En dat is mooi nieuws! Want het is een teken dat de provincies de juiste weg zijn ingeslagen.
Doel Wet natuurbescherming
De Wet natuurbescherming is er voor het beschermen en ontwikkelen van de natuur. En voor het behouden en herstellen van de biodiversiteit, ook wel soortenrijkdom genoemd. De wet regelt daartoe hoe de natuur moet worden beheerd. En ook hoe de natuur mag worden gebruikt voor economische activiteiten. De basis van de Wet natuurbescherming is een algemene zorgplicht. Die betekent dat iedereen natuurgebieden en dieren en planten in het wild moet respecteren en dat iedereen daarop kan worden aangesproken.
Onderdelen Wet natuurbescherming
De Wet natuurbescherming regelt de bescherming van:
- Gebieden (voormalige Natuurbeschermingswet 1998)
- Soorten (voormalige Flora- en faunawet)
- Houtopstanden (voormalige Boswet)
De bescherming van soorten en houtopstanden brengt nieuwe taken voor de provincies met zich mee. Een belangrijke nieuwe en ook wel lastige taak, is het verlenen van ontheffingen of vrijstellingen van de verboden die in de Wet natuurbescherming staan, om vogels, dieren en planten te beschermen. Want aanvragen om een ontheffing of vrijstelling moeten de provincies zorgvuldig beoordelen. En daarvoor is speciale kennis nodig. Daarna moeten de provincies er bovendien goed op toezien, dat de ontvangers van een ontheffing of vrijstelling zich ook aan de spelregels houden. Meer informatie over de taken van de provincies leest u in ons achtergronddocument Provinciale taken Wet natuurbescherming.
Afgestemd uitvoeren
De provincies willen de Wet natuurbescherming qua toezicht en handhaving zo veel mogelijk afgestemd uitvoeren. Ook wat betreft de afspraken daarover met de omgevingsdiensten. Daarom voeren de provincies het project ‘Afgestemde uitvoering toezicht en handhaving Wet natuurbescherming’ uit. MMG Advies ondersteunt dit project.
De meerwaarde van MMG Advies
MMG Advies werkt samen met de provincies aan enkele basisvraagstukken voor het afgestemd kunnen uitvoeren van toezicht en handhaving van de Wet natuurbescherming. Dit betreft de volgende basisvraagstukken:
- Waarop zijn toezicht en handhaving precies gericht?
- Wie zijn (of moeten) bij toezicht en handhaving (worden) betrokken?
- Hoe kunnen toezicht en handhaving effectief en efficiënt worden georganiseerd?
- Welke menskracht en middelen zijn hier voor nodig?
MMG Advies adviseert en ondersteunt een projectgroep die deze vragen beantwoordt. De projectgroep bestaat uit ervaringsdeskundigen van verschillende provincies en omgevingsdiensten. Zodoende spreken de resultaten van het project straks hopelijk alle provincies aan, wat het afgestemd uitvoeren van toezicht en handhaving eenvoudiger maakt.
Het project is gestart met een nulmeting, om vast te kunnen stellen hoe de provincies op dit moment met toezicht en handhaving omgaan. MMG Advies voert die nulmeting uit met een vragenlijst onder de twaalf provincies. De antwoorden van de provincies zijn een belangrijk vertrekpunt om te kunnen komen tot een afgestemde uitvoering, want zo kan worden aangesloten bij de huidige praktijk. De hiervoor genoemde vier basisvraagstukken zullen in het eerste kwartaal van 2018 inzichtelijk zijn voor de provincies.
Neemt u bij vragen contact op met Jean-Paul de Poorter.
neem contact op
Geef een antwoord