Stikstofplan IPO, VNG, UvW, LTO en NAJK

Stikstofplan IPO, VNG, UvW, LTO en NAJK10 juli 2025

Stikstofplan helpt natuurherstel en vergunningverlening. De provincies, gemeenten, waterschappen en de belangenorganisaties van (jonge) boeren – NAJK en LTO – hebben elkaar gevonden op een stikstofplan. Daarmee voegen zij essentiële elementen toe aan het op 25 april door het kabinet gepresenteerde ‘Startpakket Nederland van het slot‘ van de Ministeriële Commissie Economie & Natuurherstel. Wat zijn die essentiële elementen? En hoe kon deze, in de pers veelbesproken en als ‘monsterverbond‘ betitelde, samenwerking tot stand komen?

Afrekenbare doelsturing

De decentrale overheden en boerenorganisaties voegen met name borging toe aan het Startpakket van het kabinet. Daarin stond al de 42 tot 46% stikstofreductie die de landbouw in 2035 moet hebben bereikt. Maar nog zonder dat de boerenorganisaties zich aan die doelstelling hadden verbonden. En ook aan de doorvertaling ervan naar ieder individueel boerenbedrijf, dat bovendien (een deel van) zijn vergunning of productierechten kan verliezen als het zijn (tussen)doelstelling in (2030) 2035 niet heeft gehaald. Net als bij het kabinet wordt ‘de boer aan het roer’ gezet: de doelstelling staat, maar hoe een bedrijf die bereikt wordt overgelaten aan het vakmanschap van de ondernemer.

Zonering

Bijzonder aan het met de (jonge) boeren gemaakte plan is verder dat zij de noodzaak erkennen van dwingende maatregelen in een zone rond de meest kwetsbare Natura-2000 gebieden. Alleen dan kan de natuur herstellen en wordt vergunningverlening weer mogelijk. Deze dwang geldt aanvankelijk voor de twee tot vijf gebieden waar de natuur er vanwege stikstof het slechtste voorstaat, waaronder de Veluwe en de Peel. Maar vanaf 2030 wordt dwang rond meer gebieden mogelijk, als vrijwilligheid daar in de komende vijf jaar te weinig oplevert voor de natuur en om de vergunningverlening weer op gang te brengen.

Natuurbehoud en -herstel

Voor de provincies is dit plan met de boerenorganisaties nog niet genoeg. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) wil in gesprek met de natuurorganisaties snel komen tot een tweede plan voor natuurbehoud en -herstel.

Hoe kon deze samenwerking succesvol zijn?

In een eerder artikel gingen we in op de bepalende factoren voor een succesvolle samenwerking: (1) een gedeelde ambitie, (2) recht doen aan belangen, (3) een professionele organisatie, (4) de juiste groepsdynamiek en (5) het juiste proces. Jean-Paul de Poorter van MMG Advies heeft in opdracht van het IPO intensief meegewerkt aan het stikstofplan en ziet al deze succesfactoren terug in de gevolgde aanpak. Hij loopt ze kort langs.

Een gedeelde ambitie

“Van een gedeelde ambitie was zeker sprake. Alle betrokkenen deelden de waarde van het Startpakket van het kabinet. Maar ook dat daar een paar forse stappen bovenop zouden moeten. En in dezelfde richting. De gedeelde ambitie om Nederland aan een daadwerkelijk geborgde stikstofaanpak te helpen was een belangrijke drijfveer voor de samenwerking. Als het moeilijk werd was er altijd wel iemand die deze ambitie terug in herinnering riep.”

Recht doen aan belangen

“Succesvol samenwerken vereist dat partijen hun belangen open en bloot op tafel leggen. Alleen dan is een oplossing mogelijk waarbij het collectief wint en de balans tussen voors en tegens voor alle betrokkenen evenwichtig is. Dat is hier zeker gebeurd. En dat zie je ook terug in het resultaat. Want de boeren gaan mee in afrekenbare doelsturing en verdergaande (dwingende) maatregelen rond kwetsbare natuurgebieden. Maar niet zonder daar bedrijfseconomisch perspectief voor terug te krijgen. En ook gerichte ondersteuningsregelingen voor zowel bedrijven die stoppen als boeren die doorgaan.”

Een professionele organisatie

“Dit stikstofplan is in korte tijd ontwikkeld en heeft veel van de daarbij betrokken organisaties en mensen geëist. Dat vereist niet alleen een goede onderlinge organisatie. Maar ook een goede interne organisatie. Want schaar als koepels eerst maar eens twaalf provincies, honderden gemeenten, tientallen waterschappen en een omvangrijke achterban van (jonge) boeren achter je plan! Dat is in luttele weken een monsterklus op zich, terwijl je tegelijkertijd als koepels onderling niet de makkelijkste gesprekken voert. Wat mij betreft is het succes hier te danken aan het samenspel van geoliede koepelorganisaties en met lef opererende bestuurders, die ons als ambtelijke werkbijen uitdaagden om in korte tijd het beste van onszelf te laten zien, steeds de hoofdlijn vast te houden en niet te verzanden in details.”

De juiste groepsdynamiek

“Hier heeft bouwen aan vertrouwen de doorslag gegeven. Vanuit het verleden was het niet vanzelfsprekend dat de decentrale overheden en de boerenorganisaties elkaar vertrouwden. Maar in korte tijd moest een zeker basisvertrouwen in elkaar hier wel ontstaan om tot succes te kunnen komen. De bestuurders zijn hierbij voorop gegaan en hebben gezorgd voor motivatie en inspiratie om elkaar ook ambtelijk snel te vinden. In een onderlinge sfeer van ‘hard op de zaak en zacht op de persoon’. Dat is onmisbaar in dit soort samenwerkingstrajecten. Net als lekker eten bij overleggen op onmogelijke tijden.”

Het juiste proces

“Als iets heel snel moet, is er weinig gelegenheid voor het uitlijnen van een gestructureerd proces. Wat zich hier heeft uitbetaald zijn de goed georganiseerde staande structuren van de koepelorganisaties van zowel de overheden als de boeren. Structuren waarin iedereen aan een half woord genoeg heeft om de juiste dingen te doen. Het is heel fijn om op dat soort ingewerkte structuren terug te kunnen vallen als projectteam in een proces dat onder druk staat. Qua tijd, qua belangen en qua inhoudelijk tot de juiste maatregelen komen.”

Hoe verder?

De samenwerkende overheden en (jonge) boeren nodigen de minister van LVVN aan het eind van hun plan uit om de uitwerking en invoering ervan samen op te pakken. Hopelijk staat de minister daarvoor open en komt deze samenwerking spoedig tot stand. Zullen de hiervoor besproken succesfactoren dan weer hun waarde bewijzen?

 

neem contact op

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.